Privacy op deze website

We verzamelen en verwerken uw gegevens op deze website om te zien hoe de website wordt gebruikt. Als u akkoord bent, zullen we uw gegevens voor analysedoeleinden verzamelen en gebruiken. Raadpleeg ons privacybeleid voor meer informatie.

Privacybeleid

Manage services

Schade en het vergoeden daarvan

Zodra de Omgevingswet in werking treedt, veranderen de regels met betrekking tot schade. Bekijk de meest gestelde vragen en gebruik indien nodig deze informatie voor inwoners en ondernemers.

    Soort

    Veelgestelde vraag

    Veelgestelde vragen

    Voordat de Omgevingswet er was, kon bij het vastleggen van een idee in het bestemmingsplan al om een schadevergoeding worden gevraagd, ongeacht of dat idee werd uitgevoerd of niet.

    In de Omgevingswet hebben bestemmingsplannen een nieuwe naam gekregen: zij heten nu omgevingsplannen. Omgevingsplannen kunnen globaal zijn ingevuld in plaats van tot in detail. Op deze manier is niet alles dichtgeregeld en ontstaat meer ruimte voor initiatieven van inwoners. In de nieuwe de schaderegeling wordt alléén schade vergoed voor situaties waarin een beoogde ontwikkeling ook echt wordt uitgevoerd.

    De aparte regelingen voor planschade en nadeelcompensatie zijn per 1 januari 2024 ondergebracht in één nieuwe regeling in de Omgevingswet. De nieuwe regeling in de Omgevingswet maakt duidelijk wanneer en bij wie om schadevergoeding kan worden gevraagd en wie deze uiteindelijk betaalt. 
    Deze regeling is een aanvulling op de algemene regeling voor nadeelcompensatie in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

    Nadeelcompensatie gaat over de schade die de overheid rechtmatig veroorzaakt. Bijvoorbeeld langdurige wegopenbrekingen of de aanleg van een metrostation, waardoor aangrenzende woningen in waarde kunnen dalen.

    Schade komt alléén voor vergoeding in aanmerking als:

    1. de schade uitgaat boven het normale maatschappelijke risico of het normale bedrijfsrisico. Dit heet de abnormale last.
    2. de schade iemand in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft. Dus de last die onevenredig zwaar drukt op een beperkte groep inwoners of bedrijven. Dit is de speciale last.

      Schade oorzaken zijn bijvoorbeeld:

      • een omgevingsvergunning of het weigeren daarvan
      • een projectbesluit
      • een regel in het omgevingsplan, waterschapsverordening, omgevingsverordening of algemene maatregel van bestuur. Deze moeten rechtstreekse rechten of verplichtingen voor inwoners en bedrijven hebben.
      • een maatwerkvoorschrift

      Er zijn geen andere schadeoorzaken mogelijk dan die in de Omgevingswet staan.

      Directe schade is schade die het gevolg is van het aanpassen van bestaande rechten. Bijvoorbeeld het beperken van de uitbreidingsmogelijkheden van het eigen bedrijf.

      Indirecte schade is schade veroorzaakt door activiteiten in de omgeving. Bijvoorbeeld waardedaling van onroerend goed door de bouw van een hoge flat in de directe omgeving.

      De schade moet redelijkerwijs toe te rekenen zijn aan de schadeoorzaak.

      De schade moet:

      • het rechtstreekse gevolg zijn van het besluit of de maatregel. Bijvoorbeeld de bouw van een woning of aanleg van een weg
      • het gevolg zijn van de feitelijke uitvoering van de activiteit. Bijvoorbeeld een tijdelijke wegafsluiting
      • het gevolg zijn van de activiteit, die pas later zichtbaar wordt. Bijvoorbeeld schade door grondwateronttrekking kan zich jaren later openbaren

      Verzoeken om nadeelcompensatie worden behandeld door:

      • het College van burgemeester en wethouders bij de gemeente
      • Gedeputeerde Staten bij de provincie
      • het Dagelijks Bestuur bij het waterschap
      • de minister die het aangaat behandelt de schadeverzoeken over een algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling

      Recht op nadeelcompensatie bestaat alleen als de schade bijzonder en abnormaal hoog is. Vaak wordt op de schadevergoeding door het bevoegd gezag of de rechter een korting toegepast op de schadevergoeding voor het ‘normaal maatschappelijk risico.’ Hoe hoog de aftrek moet zijn, is vooraf vaak niet duidelijk, maar is alleen duidelijk dat een aftrek wordt toegepast.

      Voor een belangrijke categorie van gevallen legt de Omgevingswet wettelijk vast wat de aftrek moet zijn. Als de schade bestaat uit waardedaling van een onroerende zaak zoals een woning als gevolg van een activiteit in de omgeving van de woning (indirecte schade), bedraagt de aftrek 4% van de waarde die de woning heeft. Dat is natuurlijk vervelend voor de eigenaar, maar zo is vooraf wel duidelijk welke aftrek wordt toegepast op de schadevergoeding.

      Het bevoegd gezag kan (onbenutte) mogelijkheden die een omgevingsplan op een locatie biedt, wijzigen. Een omgevingsplan kan bijvoorbeeld uitbreiding van bedrijfsgebouwen toestaan. Als het bedrijf deze mogelijkheid niet gebruikt, kan deze mogelijkheid tot uitbreiding worden geschrapt.

      Het bedrijf kan door deze omgevingsplanwijziging schade lijden, als het later toch wil uitbreiden. Het bedrijf heeft eerder namelijk wel de kans gehad om uit te breiden. Dan is er sprake van passieve risicoaanvaarding. Dit wordt gezien als risicovol stil zitten van een aanvrager als hij vergoeding van directe schade vraagt.

      Passieve risicoaanvaarding kan worden tegengeworpen als:

      • de activiteit die vervalt 3 jaar mogelijk was
      • het bevoegd gezag minimaal een jaar ervoor bekend maakte dat de activiteit niet meer mogelijk zou worden en
      • tussen deze bekendmaking en het wijzigingsbesluit de belanghebbende geen voorbereidingen heeft getroffen om de activiteit toch te doen